zaterdag 10 oktober 2009
Marcel Mariën
Fotografie J.Weygaerts
Marcel Mariën, door sommigen het enfant terrible van de Belgische surrealisten genoemd, woonde in de rue Van Hasselt in Schaarbeek.
Regelmatig ging ik hem daar bezoeken, hij leefde er samen met zijn hond, (die hij Fox noemde ) tussen muren behangen met kunst.
Hij vertelde mij dat hij via Paul Eluard in contact kwam met Picasso.
In zijn atelier in de rue des Grands Augustins toonde Pablo aan Mariën, hoe hij met eenvoudige dingen zoals een zadel en een stuur van een fiets, de kop van een stier maakte.Readymades boeiden Mariën altijd; Marcel Duchamps en Picabia waren zijn voorbeelden.
Na de oorlogsjaren reist Mariën zowat de ganse wereld rond en tijdens de culturele revolutie verblijft hij in China.
Als Mariën in 1983 zijn memoires uitgeeft onder de titel " Le radeau de la memoire", zet hij de ganse internationale kunstwereld op stelten.
Het boek wordt een week uit de handel genomen , maar daarna weer vrijgegeven.
Marcel Mariën heeft een grote invloed gehad op mijn werk.
Ik leerde hem kennen als een zeer eenvoudig mens.
Hij begreep dat ik van hem wilde leren,
hij waardeerde mijn werk en drukte vooral op het feit
dat de inhoud belangrijker was dan de esthetiek.
Hij overleed op 19 sept 1993 te Brussel.
Met Mariën verloren we één van de markantste vertegenwoordigers van het Belgische surrealisme.
Voor mezelf betekende het verlies van een dierbare vriend.
Jacques Weygaerts
Marcel Mariën, door sommigen het enfant terrible van de Belgische surrealisten genoemd, woonde in de rue Van Hasselt in Schaarbeek.
Regelmatig ging ik hem daar bezoeken, hij leefde er samen met zijn hond, (die hij Fox noemde ) tussen muren behangen met kunst.
Hij vertelde mij dat hij via Paul Eluard in contact kwam met Picasso.
In zijn atelier in de rue des Grands Augustins toonde Pablo aan Mariën, hoe hij met eenvoudige dingen zoals een zadel en een stuur van een fiets, de kop van een stier maakte.Readymades boeiden Mariën altijd; Marcel Duchamps en Picabia waren zijn voorbeelden.
Na de oorlogsjaren reist Mariën zowat de ganse wereld rond en tijdens de culturele revolutie verblijft hij in China.
Als Mariën in 1983 zijn memoires uitgeeft onder de titel " Le radeau de la memoire", zet hij de ganse internationale kunstwereld op stelten.
Het boek wordt een week uit de handel genomen , maar daarna weer vrijgegeven.
Marcel Mariën heeft een grote invloed gehad op mijn werk.
Ik leerde hem kennen als een zeer eenvoudig mens.
Hij begreep dat ik van hem wilde leren,
hij waardeerde mijn werk en drukte vooral op het feit
dat de inhoud belangrijker was dan de esthetiek.
Hij overleed op 19 sept 1993 te Brussel.
Met Mariën verloren we één van de markantste vertegenwoordigers van het Belgische surrealisme.
Voor mezelf betekende het verlies van een dierbare vriend.
Jacques Weygaerts
woensdag 7 oktober 2009
JACQUES WEYGAERTS
Kunst en fotografie, hebben steeds een grote rol gespeeld in mijn leven.
Vooral het mystieke in de fotografie trok mijn aandacht.
Mijn eerste herinneringen hadden er reeds mee te maken
Ik was nog zeer klein toen mijn moeder de eerste foto’s van me nam, het was naast het huis van mijn grootvader en het had flink gesneeuwd die dag.
Vooral het mystieke in de fotografie trok mijn aandacht.
Mijn eerste herinneringen hadden er reeds mee te maken
Ik was nog zeer klein toen mijn moeder de eerste foto’s van me nam, het was naast het huis van mijn grootvader en het had flink gesneeuwd die dag.
Het toestel waar ze toen mee werkte heb ik nog steeds, het was een
“Brownie D”, een stevige Kodakbox met SIX-20 film.
“Brownie D”, een stevige Kodakbox met SIX-20 film.
Later toen ik al wat groter was,ontwikkelde ik mijn eerste contactafdrukken van de negatieven gemaakt met datzelfde toestel.
Met behulp van ( een zelf in elkaar geknutseld ) sigarenkistje, een mat glas en een transformator, bouwde ik mijn eerste belichtingstoestel.
In die periode was het zeer moeilijk om aan de juiste producten te komen. Nu verkoopt men in elke fotozaak een ontwikkelaar en fixateur, maar toen moest men naar de drogist en alles zelf prepareren. Een gevolg daarvan was, dat mijn eerste foto’s, mooi gelukt waren toen het licht in de doka aanging, maar even later, toen ik er fier mee naar buiten kwam, ze allen helemaal zwart werden doordat het fixeerbad niet de juiste mengverhouding had.
Het waren mijn eerste tegenslagen in de fotografie en het zou nog een verbeten strijd worden om telkens de resultaten te bekomen waarvan ik achteraf tevreden kon zijn.
Het waren mijn eerste tegenslagen in de fotografie en het zou nog een verbeten strijd worden om telkens de resultaten te bekomen waarvan ik achteraf tevreden kon zijn.
Menigmaal heb ik die strijd willen opgeven, maar elke keer kwam ik terug met nieuwe technieken.
Door mijn interesse voor andere kunstvormen ben ik gaan experimenteren en schilder ik nu mijn foto’s.
In de doka gebruik ik voor mijn photo paintings, aangelengde ontwikkelaar in potjes, in plaats van de traditionele ontwikkelbaden.
Daarna wordt het beeld gefixeerd en gespoeld, met transparante verf kleur ik het geheel in, zodat het resultaat op een schilderij lijkt.
Deze werkwijze onderscheidt mij van andere fotografen, zodat mijn “photo paintings” uniek en herkenbaar zijn.
Wat ik gemeen heb met andere kunstenaars is dat ik ook probeer een sfeer te scheppen in mijn werk, misschien was die sfeer niet aanwezig tijdens de opnames, maar ik tracht ze mij in elk geval voor te stellen.
Tijdens de afwerking moet ik de foto’s dan wel manipuleren om tot het gewenste resultaat te komen.
Dit is een bewijs dat fotografie niet steeds de werkelijkheid weergeeft.
Door mijn interesse voor andere kunstvormen ben ik gaan experimenteren en schilder ik nu mijn foto’s.
In de doka gebruik ik voor mijn photo paintings, aangelengde ontwikkelaar in potjes, in plaats van de traditionele ontwikkelbaden.
Daarna wordt het beeld gefixeerd en gespoeld, met transparante verf kleur ik het geheel in, zodat het resultaat op een schilderij lijkt.
Deze werkwijze onderscheidt mij van andere fotografen, zodat mijn “photo paintings” uniek en herkenbaar zijn.
Wat ik gemeen heb met andere kunstenaars is dat ik ook probeer een sfeer te scheppen in mijn werk, misschien was die sfeer niet aanwezig tijdens de opnames, maar ik tracht ze mij in elk geval voor te stellen.
Tijdens de afwerking moet ik de foto’s dan wel manipuleren om tot het gewenste resultaat te komen.
Dit is een bewijs dat fotografie niet steeds de werkelijkheid weergeeft.
Als fotograaf heb ik steeds aandacht gehad voor andere kunsten, ik zocht naar nieuwe dimensies en perspectieven in mijn werk,
kleuren laten domineren en hierdoor kwam ik bij andere kunstenaars terecht.
Niet zomaar de zondagschilders, maar de grote namen, de besten en door hun werk te observeren wilde ik leren.
Nadien begon ik mij af te vragen, waarom werken ze zo ? Hun werk boeide mij en het was interessant wat ze te vertellen hadden .
Pas daarna stelde ik mij de vraag waarom zou ik ze niet fotograferen?
De meeste kunstenaarsportretten heb ik genomen in de beslotenheid van hun eigen leefwereld, het atelier is dan ook de meest geschikte locatie waar de kunstenaar zich goed voelt en de onmiddellijke aanwezigheid van zijn eigen werk stelt de kunstenaar op zijn gemak.
De portretten die ik maakte, kunnen we als tijdsdocumenten beschouwen, deze foto’s vormen een belangrijk beeldarchief van onze hedendaagse kunstwereld.
Marcel Mariën, de surrealist uit de groep van Rene Magritte schreef mij hierover;
“L’homme photographie ne bouge plus”
C’est son fort de ne plus vieillir, car son coeur s’est arrête dans un clik.
Het moment van de afdruk is maar een fractie..die nooit meer terugkomt, en dat we niet meer identiek kunnen herhalen, want het zal steeds anders zijn, het behoort al tot het verleden.
Stilaan werd het een gewoonte mijn statieven op te stellen tussen schildersdoeken, tubes verf en potten verdunners.
Het vertrouwen dat mensen zoals o.a Raveel, Somville, Octave Landuyt , Rik Poot en vele anderen me schonken om te werken in hun atelier, ben ik ze dankbaar, vooral omdat ze allen hebben bijgedragen in de evolutie van mijn eigen werk.
kleuren laten domineren en hierdoor kwam ik bij andere kunstenaars terecht.
Niet zomaar de zondagschilders, maar de grote namen, de besten en door hun werk te observeren wilde ik leren.
Nadien begon ik mij af te vragen, waarom werken ze zo ? Hun werk boeide mij en het was interessant wat ze te vertellen hadden .
Pas daarna stelde ik mij de vraag waarom zou ik ze niet fotograferen?
De meeste kunstenaarsportretten heb ik genomen in de beslotenheid van hun eigen leefwereld, het atelier is dan ook de meest geschikte locatie waar de kunstenaar zich goed voelt en de onmiddellijke aanwezigheid van zijn eigen werk stelt de kunstenaar op zijn gemak.
De portretten die ik maakte, kunnen we als tijdsdocumenten beschouwen, deze foto’s vormen een belangrijk beeldarchief van onze hedendaagse kunstwereld.
Marcel Mariën, de surrealist uit de groep van Rene Magritte schreef mij hierover;
“L’homme photographie ne bouge plus”
C’est son fort de ne plus vieillir, car son coeur s’est arrête dans un clik.
Het moment van de afdruk is maar een fractie..die nooit meer terugkomt, en dat we niet meer identiek kunnen herhalen, want het zal steeds anders zijn, het behoort al tot het verleden.
Stilaan werd het een gewoonte mijn statieven op te stellen tussen schildersdoeken, tubes verf en potten verdunners.
Het vertrouwen dat mensen zoals o.a Raveel, Somville, Octave Landuyt , Rik Poot en vele anderen me schonken om te werken in hun atelier, ben ik ze dankbaar, vooral omdat ze allen hebben bijgedragen in de evolutie van mijn eigen werk.
Roger Raveel
Jacques Weygaerts bij Gunther Grass ( Nobelprijswinnaar Literatuur )
Abonneren op:
Posts (Atom)